Johannes en Johannes over het uur van de waarheid
 
Geliefde broeder in Albaniana,

Een razendsnelle koerier heeft een door jou geschreven document bij mij bezorgd, dat je hebt genoemd: “Johannes als componist”. Ik heb het met belangstelling gelezen en ben vereerd dat je mij naast “evangelist” nu ook de artistieke titel “componist” toebedeelt.

In het kort enkele opmerkingen hierover (we moeten uiteindelijk onze lezers niet vermoeien met te lange brieven). Ten eerste heb ik niet álles wat Jezus gezegd en gedaan heeft opgeschreven. Dat zou ondoenlijk zijn - zo heb ik twee keer geschreven aan het slot. Dat doet geen enkele schrijver. Zelfs de roemruchte Herodotus, de Griekse geschiedschrijver, heeft 500 jaar geleden keuzes moeten maken, al omvatten zijn omvangrijke Historiën maar liefst 9 delen - wát een werk!

Ten tweede - en eigenlijk is dat veel belangrijker: mijn neef heeft zó duidelijk in de gesprekken die Hij had met ons en met anderen willen zeggen dat Hij de Zoon van God is. “Ik en de Vader zijn één (.....) Als je Mij gezien hebt, heb je de Vader gezien”. God is niet ver weg, zoals mijn Joodse volksgenoten denken. Ik hoor Zijn liefde, Zijn passie voor mensen om hen te redden en eeuwig leven te geven - dat zal ik nooit vergeten! Om dat duidelijk te laten uitkomen, heb ik in mijn verhaal zó opgebouwd dat ik bij herhaling een wonder (ik noem dat: een teken) heb beschreven, gevolgd door een gesprek of discussie als reactie daarop. Dat mijn Joodse volksgenoten Hem niet wilden aanvaarden, betreur ik nog steeds. En ik lijd eronder dat ze hier in Efeze nog steeds niet in Hem geloven.

Toen “Zijn tijd” naderde, heeft Hij Zich uitsluitend op ons gericht, Zijn 12 leerlingen. Ik ben Hem nog steeds dankbaar dat Hij zo veel aandacht voor ons had, want ik vond het moeilijk te horen dat Hij ons zou gaan verlaten. Ik begreep dat eerst ook niet. Net zo min als Petrus. Ik zie nóg voor mij dat hij zijn benen optrok: “U mijn voeten wassen? Nooit van m’n leven”. Hij snapte er écht niets van, maar gelukkig heeft Jezus het uitgelegd. Wij geloofden Hem wél; dus daarom kon Jezus alle tijd nemen om ons voor te bereiden op wat komen zou. Zelfs Zijn lijden, sterven en opstanding waren erop gericht ons vast te houden bij het geloof.

Nou, daarom heb ik er twee delen van gemaakt. En wat jij aan jouw lezers in Albaniana schrijft over het slot (de finale zoals jij dat noemt): goed gedaan, want zo was het helemaal. En zo is het ook gebeurd kennelijk: in het openbaar getuigen van Jezus. Anders hadden jullie daar in het kille westen nooit over Hem gehoord.
 

Ontvang mijn hartelijke broedergroet,

Johannes

Beste Johannes, 

Dank je wel voor je brief, waarin je schrijft over de opbouw van jouw evangeliebeschrijving en over “de tijd”.
In de brief daarvóór noemde je enkele dingen die mij raakten. Vooral jouw mysterieuze opmerking dat de kruisdood van onze Heer niet alleen het absolute dieptepunt maar ook het hoogtepunt was. Ik heb me afgevraagd wat je daarmee bedoelde en ook: het hoogtepunt waarvan?

Ik ben gaan lezen en studeren. En ik denk dat ik het antwoord op het spoor gekomen ben. Heeft het te maken met de opmerking van Jezus: “mijn tijd is nog niet gekomen”? Ik kwam dat een aantal keren tegen in jouw evangelie, allereerst bij de bruiloft in Kana. En later schrijf je tot twee keer toe dat de Joodse opponenten van Jezus Hem niet durfden op te pakken “omdat Zijn tijd nog niet gekomen was” (hfdst.7 vers 30 en hfdst.8 vers 20). Kort geleden heb ik een preek gehouden over de poging van een groepje Griekse gelovigen om Jezus te kunnen spreken. Daar ging Hij toen niet op in, maar zei juist: “de tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven” (hfdst.12 vers 23). In onze vertaling staat steeds het woord ‘tijd’, maar jij schreef eigenlijk ‘uur’. Heel indrukwekkend vind ik het lange gebed dat de Heer heeft gebeden vlak vóórdat Hij Zich liet gevangen nemen. Dat gebed begon Hij met “Vader, nú is de tijd gekomen”. Broeder Johannes, wat heb jij destijds goed geluisterd en wat heeft de Heilige Geest jou die prachtige lijnen en verbanden laten zien! Want het is echt één plus één is twee: de tijd (of het uur) van Jezus moet wel het uur van Zijn sterven zijn geweest - het uur van de waarheid!

Opeens schiet mij de opmerking van Jezus te binnen, die Hij maakte in het nachtelijke gesprek met Nicodémus: “zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden”. Heeft dat er ook mee te maken? Ik ga daar verder over nadenken, vooral wat de betekenis dan kan zijn. Ik hoop dat de gemeenteleden hier in onze kerk ook nieuwsgierig gaan worden.

Over een week gedenken vrijwel alle kerken in onze tijd het sterven van onze Heer, Die ons heeft liefgehad tot het uiterste. En op de derde dag daarna vieren wij Zijn opstanding. In onze gemeente houden we op beide dagen een samenkomst en in beide samenkomsten zullen we jouw evangeliebeschrijving ter hand nemen.
 

Hartelijke groet vanuit mijn woning in de nederzetting Ter Aar, ongeveer 27 stadiën verwijderd van de “Oude Rijn”.

Johannes 
 
 

Post scriptum:

Opdat je onze woonomgeving een beetje leert kennen: Albaniana lag in jouw tijd aan de rivier Rhenos. Dat was toen de hoofdstroom van wat wij nu de “Rijn” noemen. Die mondde uit in de Oceanus Germanicus bij een nederzetting genaamd Lugdunum Batavorum, die door keizer Claudius was gebouwd zo’n 50 jaar voordat jij aan het schrijven ging. Die nederzetting is nu een dorp en heet Katwijk aan Zee; de Oceanus Germanicus heet nu Noordzee. In onze tijd loopt de rivier anders. De belangrijkste en grootste stroom van de Rijn loopt nu zo’n 35 km. ten zuiden van ons. De naam van de rivier die nu door ons dorp stroomt, is “Oude Rijn”. Aan de monding van de hoofdstroom is nu een enorme stad gebouwd, Rotterdam, met een haven zó groot dat de haven van Efeze daar misschien wel 100 keer in past.